De groentedochter vindt het onkruid, die lange stelen met lichtgroen warrig blad die in het krat van Landzicht zaten, maar het is tuinmelde. ‘Heb je het al gebruikt?’ vraagt ze. Ik zeg dat ik er straks een taartje mee ga maken. Nichtje D komt eten, die houdt wel van een experiment.
Terwijl D vraagt of ik dat ook wel eens heb – dat je al vooraf het gevoel hebt dat je iets niet moet doen, dat je het toch doet en dat je dan buikpijn krijgt en dat het slechte voorafgevoel nog een week na-ettert in een slecht nagevoel –, scheur ik de blaadjes van de stevige tuinmeldestelen en was ze. Ik luister, draai de oven naar 200 graden en fruit in de grote wok een ui, wat knoflook en een rood pepertje. Als dat lekker begint te geuren voeg ik het tuinmeldeblad toe, niet alles tegelijk, beetje bij beetje, als het eerste is geslonken ontstaat er ruimte voor de volgende portie. Omdat het recept vraagt om 800 gram tuinmelde heb ik voor de zekerheid nog een half pond wilde spinazie gekocht, die doe ik er als laatste bij.
Uit de diepvries haal ik een boterham en leg die op het rooster van de oven. Als die lekker knapperig is, scheur ik ‘m in stukken, doe die stukken in een hoge beker waar ik de staafmixer in steek. De keukenmachine zou handiger zijn, maar ik heb geen zin in het schoonmaakwerk na afloop, dus vouw ik mijn hand zo goed en zo kwaad als het gaat om de staafmixer en op de beker, als een deksel, om de rondvliegende kruimels tegen te houden.
D wijst naar een opgerolde slang die naast het oudpapier op de grond ligt. Ik zeg dat het voor mijn micro-dripsysteem in de tuin is. D vertelt over het Grevelingenmeer waar een stoet van tankwagens continu water oppompen om dat naar de akkerbouwpercelen te rijden. 2500 euro per tankwagen, zegt ze. Ik pak een grote kom, breek daarin vier eieren, doe er twee eetlepels groene pesto bij en 150 gram geraspte kaas en hussel alles lekker door elkaar. De aardewerken bakvorm heb ik al eerder met een drupje olie ingevet en bekleed met een kant-en-klare lap bladerdeeg. Die haal ik uit de koelkast, ik strooi het broodkruim over het deeg en daarop leg ik de geslonken groene groentes. Tot slot giet ik het eieren-pesto-kaasmengsel erover en schep het voorzichtig tussen de groenten.
Dan gaat de schaal de oven in. D zegt dat de boeren die geld teveel hebben een heel schip met zoet water laten komen. Ik snij tomaten, scheur basilicumblaadjes, rooster pijnboompitten en vraag haar hoe dat werkt. Die schepen kunnen toch niet naast de akkers aanleggen? Ze denkt dat ook met tankwagens gaat, van een haven naar de boeren. Ik roer balsamicoazijn en olijfolie door de tomaten en basilicum. R komt thuis, ja, de uitvaart is goed gegaan, zegt hij.
We kletsen over het leven en wachten tot de taart klaar is. De taart komt prachtig uit de oven. We eten ‘m helemaal op. Daarna kletsen we verder over het leven, ook de moestuin komt langs, D zaait vooral dingen die haar konijnen lusten, ze heeft gisteren een hele grote Chinese kool geoogst.
Net voor het onweer losbarst loopt D naar haar auto. In haar hand de stelen van de tuinmelde, die neemt ze mee voor haar konijnen.