De Engelsen noemen het deadheading, het afknippen van uitgebloeide bloemen. Ik leerde het woord in het BBC televisieprogramma Gardeners’ World dat al meer dan een halve eeuw bestaat en waarvan ik het bestaan pas onlangs ontdekte door het radioprogramma Kunststof waarin de hoofdredacteur van het Nederlandse tijdschrift Gardeners’ World te gast was. Ik keek een stuk of vijf afleveringen achter elkaar op YouTube, verdeeld over twee avonden, ook toen ik kasten ging verschuiven die nog altijd wachten op een Marktplaats-koper bleef ik gewoon luisteren naar die niks-aan-de-hand-het-is-altijd-mooi-weer-en-nergens-oorlog-of-ruziestem van Monty Don terwijl hij in zijn kloffie rondloopt en zaait en plant en met een kruiwagen in de weer is in zijn eigen tuin Longmeadow in Herefordshire. Vanuit die tuin zijn er uitstapjes naar andere tuinen. Ik zag een man die zijn gras twee keer per dag maaide en ’s avonds als de kinderen op bed lagen in de propvolle, uitbundig bloeiende borders langs dat groene biljartlaken een uurtje ging deadheaden.
Vanochtend hurkte ik bij de Potentilla’s, die vrolijke bloeiers met kleine felroze bloempjes naast de vijver. Ik keek zeker tien minuten om uit te vogelen wat de uitgebloeide knopjes waren en wat de knopjes die nog in bloei moeten komen. Van die laatste waren er maar weinig, vandaar. Toen ik dacht te weten hoe het zat, begon ik te knippen. Een klusje van vijf minuten.