In de ene bak zijn alle acht peulen opgekomen, in de andere bak tel ik zes frisgroene plantjes. In de moestuin-app schrijft Jelle dat ze niet allemaal tegelijk opkomen, rustig wachten dus. Bij de sugarsnaps is het net zo. Per bak hoop ik op negen plantjes, maar ik zie er nog maar zes, zowel in de ene als de andere bak. De spinazie in de rechterbak is op de meeste plekjes opgekomen, in de linkerbak zie ik niks, nada, nul. Daarom week ik dertig nieuwe spinaziezaadjes een dag in wat water en zaai de linkerbak opnieuw in. Met de winterpostelein gaat het goed, op twee plekjes zaai ik nog wat bij, op de andere plekken staan gezellig sprietjes. Ook de rucola is goed opgekomen en heb ik zelfs al uitgedund. In de bak van de mini-kropsla zie ik op twee van de vier plekken iets groens en in de bak van de veldsla begint ook her en der wat op te komen. In de bak van de radijs lijken er zaailingen overleden, ze liggen plat op de aarde, daar zaai ik nog wat bij.
Jelle heeft al twee keer gevraagd of ik iets zie in de bak met de goudsbloemen. Nee, ik zie nog niks. Is het voortdurend onder de veertien graden geweest? Ja, dat is het. Dan moet ik gewoon nog even wachten. Bij de bindsla vandaag ook de vraag of ik al iets zie. Er is echt helemaal niks te zien, op geen van de negen plekken, dus tik ik in de app op ‘niet echt’. Dan volgt de tekst ‘Is er echt nog niks te zien? Dan is er iets fouts gegaan. Geeft niks: dat overkomt elke tuinder wel eens. We maken het vak weer leeg en beginnen gewoon opnieuw.’ Ik hoef nu alleen maar op de blauwe ‘oké’-knop te drukken.
Ik aarzel. Zal ik het nog één dag een kans geven? Morgen nog eens kijken?