Juist toen ik op derde kerstdag opstond met de bedoeling de logeerkamer in orde te gaan maken voor de Berlijnse logés die over drie dagen zouden komen, las ik op mijn telefoon dat ze niet gingen komen. Hun trouwe viervoetige levensgezel was ernstig ziek geworden, de poezenoppas had in grote paniek gebeld en de logés die koud in Nederland waren aangekomen voor hun tournee langs familie en vrienden, waren spoorslags huiswaarts gekeerd. Een middag, avond en nacht brachten zij met hun twintig jaar oude schat door bij dierenarts en thuis tot het diertje van ouderdom stierf.
Er moest in de logeerkamer heel wat gebeuren. Afgelopen zomer had ik – à la opruimgoeroe Marie Kondo – alle restanten die uit het huis van mijn vader in ons huis waren beland samengebracht in die logeerkamer. Ik had een oude behangtafel uitgeklapt, en ook twee schragen en daarop planken gelegd. Alle dozen en doosjes was ik gaan uitpakken. Wat direct weg kon, ging in een oudpapiertas of in een prullenbak, spullen waarmee ik mogelijk nog iets ging doen voor het ook weg zou gaan, gaf ik plekjes op de sorteertafels. Zo werkte ik dagen en weken gestaag door, soms maar een enkel uur, soms hele dagen. Er verschenen papierstapeltjes met ‘boerderij St Annaland’, ‘grootmoeder’, ‘grootvader’, ‘oorlog’, ‘rouwkaarten’, ‘ruilverkaveling’, ‘kadastrale kaarten’, ‘zwem- en verkeersdiploma’s’, ‘schoolschriften mama’, hoekjes met brillen, inklapbare scheermessen, bontkraagjes, babysokjes. Toen mijn vader acht jaar geleden overleed, ontruimden we zijn huis vlot, ontdeden ons in een mum van tijd van de grote spullen: dressoirs, stoelen, banken, matrassen, huisraad, kleding. Er was toen geen tijd om het kleine spul en vooral de paperassen, administratie, aktes, ter plekke uit te zoeken. Dat ging in dozen. Er past zoveel papier in een verhuisdoos, misschien wel zesduizend items. Ik wist weer waarom ik zeven jaar geleden, toen mijn vader een jaar dood was en alle officiële zaken wel zo’n beetje geregeld, ik die dozen achter kastdeuren had weggestopt. De puf was op.
Afgelopen zomer en najaar was de puf er dan weer wel en dan weer niet. Het gaf niet. De richting van het project was duidelijk, de logeerkamer is de plek waar zo’n beetje alles wat opgeruimd is of gaat worden beland: één deur verwijderd van buiten. De spullen lagen niet in de weg, behalve met logés op komst.
Maar die kwamen dus niet. Ik koos ervoor die derde kerstdag hele andere dingen te gaan doen.