Toen ik net begonnen was met Japans op de taalapp Duolingo gaf R me de roman Before the coffee gets cold van Toshikazu Kawaguchi. De roman speelt zich af in een klein café in een achterafstraatje in Tokio. Behalve dat er al meer dan een eeuw zorgvuldig gemaakte koffie wordt geserveerd, kun je er ook in de tijd reizen, zowel terug als vooruit. De tijdreis is niet zonder risico: de tijdreiziger moet op één bepaalde stoel zitten, zij kan het café niet verlaten, kan op de tijdreis alleen mensen ontmoeten die het café ook bezocht hebben, en, ze moet de koffie op hebben voor die koud is. Anders keert ze niet meer terug naar het heden. En, zegt serveerster Kazu altijd, die de hete koffie vanuit een zilveren kan in de witte kop schenkt: terug- of vooruitgaan in de tijd zal niks veranderen aan het heden.
Die ene stoel is meestal bezet door een vrouw in een witte jurk, haar huid is wit, bijna doorschijnend, haar haren zijn zwart. Ze drinkt koffie, leest een boek en verlaat de stoel één keer per dag om naar het toilet te gaan. Ooit zat ze op deze stoel om een tijdreis te maken, maar ze dronk haar koffie niet op voor die koud werd. Nu is ze een geest.
In de roman ontmoeten we vier mensen die op de stoel plaatsnemen: een jonge vrouw wier geliefde voor drie jaar naar de VS is vertrokken, zij wil terug naar hun laatste afspraak; een vrouw wier man dement raakt, zij wil een eerder door hem geschreven brief krijgen; een vrouw wier zus is overleden, zij wil terug naar de laatste keer dat die zus haar kwam opzoeken terwijl de vrouw zich verborgen hield. Tot slot is er de vrouw van de café-eigenaar die weet dat zij haar zwangerschap niet zal overleven, zij wil haar nu nog ongeboren dochter als tiener ontmoeten.
Een tijdschrift schreef ooit over deze stadslegende, waarna het café even heel populair werd, en vroeg zich af wat voor zin die stoel en de tijdreis had als je het heden toch niet kon veranderen? Over die zin gaat het.
Ik weet onmiddellijk een situatie in het verleden waarnaar ik terugwil, waarin ik dolgraag anders gehandeld had willen hebben. Dat het niks verandert aan het heden maakt niet uit. Met liefde zou ik er een kop hete of lauwe koffie (waar ik niet van hou) voor drinken.