We spraken over borstkanker. De moeder van de vrouw met wie ik vandaag trainde was geopereerd, maar de kanker bleek ook in de lymfeklieren te zitten. Nu moest ze nog een keer geopereerd worden, of chemo, of allebei. Het zat in de familie, een tante, een nicht, nu haar moeder. Bij de vrouw zelf werden al vanaf haar dertigste iedere twee jaar röntgenfoto’s van haar borsten gemaakt.
Vanaf wanneer krijg je eigenlijk een oproep voor het bevolkingsonderzoek, vroeg onze trainster. Vijftig, zei de vrouw. Ik herinner me dat ik in het jaar dat ik dertig werd een eerste oproep kreeg voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Het kwam gewoon vanzelf, ver voor mijn dertigste verjaardag, en iedere vijf jaar daarna ook, of was dat laatste onderzoek alweer tien jaar geleden? In ieder geval dacht ik iedere keer: wauw, goed geregeld. Voor de controle van mijn borsten had ik nog niks ontvangen, terwijl het niet lang meer duurde voor mijn vijftigste levensjaar erop zat.
Na de training, waarin ik leerde hoe ik vanuit een liggende positie een kettlebell van twee en daarna van zes kilo met een gestrekte arm in de lucht kon houden terwijl ik ondertussen omhoog kwam tot ik stevig op twee benen stond, en omgekeerd – een vaardigheid die me nog eens van pas zal komen als ik ober ben op een heel ingewikkeld terras –, surfte ik naar de website van het RIVM/bevolkingsonderzoek-borstkanker. Daar las ik dat er een tekort is aan screeningslaboranten, vooral in Midden-West en Zuid-West Nederland, en dat met name in die regio’s vrouwen drie maanden later worden uitgenodigd. In die regio’s woont de helft van alle deelnemers die jaarlijks worden onderzocht, 500 duizend vrouwen. Alle vragen die je maar kon bedenken stonden met een antwoord op de website. Bijvoorbeeld deze, over de gevolgen van dat later uitnodigen. ‘Later uitnodigen leidt ertoe dat minder sterfgevallen kunnen worden voorkomen.’
Ik bedacht me dat ik voor het baarmoederhalskankeronderzoek ook nog geen uitnodiging had ontvangen.
Misschien schrijft een historicus over vijftig jaar: zelfs aan dit soort kleine dingen merkte je dat de goed geoliede samenleving kraakte in haar voegen. Misschien hoeft de historicus het niet op te schrijven omdat nieuwe technieken en robots uitkomst bieden. Ik vond er al het een en ander over: makkelijker, sneller, nauwkeuriger, minder pijnlijk. Maar operationeel was het nog niet.