Vijf kilo aardappels

Vandaag staat er een vrachtwagentje in de straat, Superman Lederwaren staat op de zijkant. Twee mannen bellen overal aan. Ze hebben grote zakken mooie Zeeuwse aardappelen in de aanbieding. ‘Koel bewaard blijven ze heel lang goed,’ zegt de man met het baardje. Hij staat in het zonnetje op straat, ik in de deuropening. ‘Normaal staan we op de markt,’ zegt hij, ‘maar ja.’ ‘Waar komen jullie vandaan?’ vraag ik. ‘Oud-Beijerland.’

Mijn geboorte-eiland.

Een week of wat geleden stonden mensen te dringen voor de supermarkten en stapelden alles wat lang houdbaar was op in hun karren. Misschien deden ze na wat anderen deden, misschien dacht een enkeling aan de laatste oorlog, aan de verhalen of foto’s van mensen met gammele kinderwagens die met een lege maag naar het platteland trokken. Nu kwam het platteland voedsel naar de stad brengen. ‘Je moet wat,’ zegt de man. Hij kan erom lachen.

Ik vind het sympathiek, wil ieder sympathiek initiatief steunen, maar koop de zak in zijn handen niet. Wat moeten we met vijf kilo? Ik denk aan de groentevrienden, zij moeten ook op de been blijven.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.