Ik stond om kwart voor vijf op en om twintig minuten over acht lokale tijd zat ik in het zonnetje tegen een zwarte ijzeren poot van een roestkleurig metalen bord met daarop in witte letters Serpentine Gallery. Ik was de zesde in de rij, deed mijn fleece uit, vouwde die op en schoof hem onder mijn billen. Nummer een en twee masseerden elkaars schouders, nummer drie en vier, met de ruggen tegen elkaar, haakten hun armen door elkaar, tilden elkaar beurtelings op en wiegden als een ja-knikker. Negen, tien en elf waren landgenoten. In de galerie spoot een man blauw spul op een lichte doek en maakte rondgaande bewegingen op het glas in de deuren. Om 8.52 kwam een dikke grijze Mercedes aangereden. Een man met kaal hoofd en stevige baard die al een tijdje in het zonnetje op de gele kiezels had staan wachten, opende het achterportier, zei Goodmorning madam en gaf de uitstappende dame een hand. Zoals altijd was ze in het zwart, ze keek naar de rij, Six more days to go, zei ze, wendde haar hoofd toen naar de lucht en concludeerde dat het vandaag gelukkig droog was. Ik keek rond of iemand zijn smartphone in de fotostand hield, maar niemand deed dat en ik wilde geen paparazzi lijken. Een minuut later kwam R met thee en koffie en chocoladecroissants en we wachtten nog een uur, toen konden we naar binnen en na drie uur liet ik Marina Abramovic achter met haar zwarte blinddoeken en rode, gele en paarse vellen op de witte muren en vier veldbedden met groene lakens en vijf podia waar ik een paar keer naartoe was geleid en mijn ogen had gesloten op instructie van een van Abramovic’ assistenten en heel lang stil had gestaan. De zwarte koptelefoon die iedereen aan het begin kreeg was niet om geluid te brengen maar om die weg te houden. Toen ik lekker op een stoel voor zo’n rood vel zat met mijn ogen dicht, hoorde ik in de verte een knal. Ik dacht aan een deur ergens, tot ik zag dat mijn vel rechtstandig op de grond was beland. Hij stond daar best, vond ik, hier hoefde niks, toch kwam iemand het vel weer op de muur plakken. Het was de eerste keer in mijn leven dat ik zo vroeg voor iets in de rij ben gaan zitten.