Stay@Home Games

De crossfitbox stuurt ons al sinds 16 maart oefeningen, workouts, uitdagingen die we in onze huiskamers, op onze balkons en in onze tuinen kunnen doen. Als we iets zwaars moeten optillen vanaf de grond tot boven ons hoofd, roept trainer P: wees creatief, pak een gereedschapskist, een rugzak vol boeken, een plant, je kind. Nu zijn er sinds twee weken de Stay@Home Games. Het principe is simpel: op vrijdagmorgen verschijnt de oefening in de app; tot zondagavond middernacht hebben we om onze scores en filmpjes op te sturen.

Vorige week moesten we in vier minuten tijd zoveel mogelijk herhalingen maken van vijf push ups en tien squats jumps. Op de grond kan ik de push up nog niet, maar nu waren de enige voorwaarden: in de laagste positie moet de borst de grond raken, in de toppositie moeten de armen gestrekt zijn. Hoe je van de grond in die toppositie komt, maakt niet uit. Dat kan ik. Ik kwam tot 91 herhalingen en stond daarmee op plaats twintig van de vijfentwintig deelnemers. De beste man – vijfenvijftig plus – kwam tot 200 herhalingen, de beste vrouw – de twaalfjarige dochter van P – tot 160. Dat geeft een stip op de horizon.

Dit weekend ging het om burpees en situps. De set was: 21 burpees, 9 situps, 15 burpees, 15 situps, 9 burpees, 21 situps, zo snel mogelijk. De tijd is je score. Op vrijdag tijdens de zoom-training konden we ‘m al doen. P moedigde ons aan, na een minuut of drie was de eerste klaar, rond vier minuten nog een paar en ruim voor de vijf minuten voorbij waren werd het heel stil en was waarschijnlijk iedereen aan het kijken hoe ik op mijn matje lag te zwoegen. Op vijf minuten en vijftig seconden tikte ik af. Dat kon natuurlijk beter.

Op zondagochtend groef ik eerst een stuk siergras uit in de rechterborder waar het gras dankzij de zon altijd veel uitbundiger groeit en bloeit dan het zusje in de schaduwrijke linkerborder. Daarna hakte en spitte ik dat zieligere zusje uit de grond, trok op mijn knieën nog een flink stuk worteldoek weg, zette de kluit siergras van de overkant in het gat en stampte aan allebei de kanten de losgewoelde grond goed aan. Vervolgens las ik in het zonnetje lang in Sandro Veronesi’s nieuwe roman De kolibrie. Ondertussen keek ik vanonder mijn rieten zonnehoed hoe koolmeesjes de voorste nestkast bezochten, die waarin vorig jaar kleine koolmeesjes steeds harder piepten tot het op een ochtend weer stil was.

Toen de zondagmiddag al goed onderweg was rolde ik mijn matje uit en vroeg ik R om mijn oefening voor de Games te filmen en de tijd te klokken: 5:14. Yes.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.