Moestuin

Crystal Pite, klimcourgette, klimpompoen, klimkomkommer. Het waren grote rijkdommen die we meekregen van de tuinbaas. Vanwege die laatste drie – plantjes die de tuinbaas eigenhandig had opgekweekt – zat ik al vanaf tien uur tussen de buien door te kijken waar in de achtertuin de zon minimaal zes uur vrij spel had. Over die zes en liever nog acht uur die een moestuin echt nodig heeft, las ik op Jelle’s Makkelijke Moestuinwebsite. En daar was ik beland omdat de tuinbaas staand in de middernachtelijke tuin temidden van haar moestuinbakken terloops had gezegd dat ik voor die plantjes wel even makkelijke moestuingrond moest kopen, gewoon omdat de moestuin het daarop het allerbeste deed.

Op Jelle’s site las ik dat zijn makkelijke moestuingrond te koop was bij een zeker tuincentrum hier niet ver vandaan, dus daar kon ik naartoe rijden, zo’n zak kopen, daar drie potten of bouwemmers mee vullen en de courgette, komkommer en pompoen erin zetten. Maar inmiddels had ik niet alleen gelezen over die zes uur zon maar ook dat wortels in kunststof potten maar blijven groeien, eindeloze rondjes langs de wanden, waardoor ze niet meer toekomen aan het opnemen van voeding en zichzelf na verloop van tijd verstikken, en dat Jelle daarom ging voor luchtdoorlatend materiaal. Kwam een wortel daar tegenaan, dan stopte hij met groeien en maakte direct weer jonge, gezonde wortels aan. Nu ik dit wist, kon ik die kennis niet negeren, ik zag de plantjes al verpieteren in de plastic potten. Bovendien: had ik niet veel eerder al eens gefantaseerd over een makkelijke moestuin à la Jelle en waren deze plantjes niet een prima aanleiding om het gelijk goed aan te pakken? En zou ik met het plaatsen van moestuinbakken niet in één flinke klap de tuin zonder het ingewikkeld verwijderen van die loeizware 100 bij 100 centimeter tegels verder vergroenen?

Voor de zekerheid checkte ik nog even bij de tuinbaas die in dit soort kwesties het hoofd koel weet te houden en bij wie ik, al was het donker, her en der ook zo’n zak leunend tegen de kloeke moestuinbakken had zien staan. Ja, ze wist van die theorie over die luchtdoorlatende potten, stevige zakken eigenlijk, dat planten daar beter in groeien. Ze schreef: ‘veel van Jelle’s theorieën kloppen ook…’

En dan was er nog Crystal Pite, de Canadese choreograaf die haar eigen dansgezelschap in Vancouver heeft, en waarvan de tuinbaas ons na de verrukkelijke curry fragmenten had laten zien op haar iPad. Ze waren uit het stuk The Seasons’ Canon, en zelfs op dat kleine tabletscherm schoot de ontroering al als een bal in de flipperkast door me heen. Hoe had ik de afgelopen lockdown-weken kunnen denken dat ik wel een poos zonder zou kunnen, zonder die rechtstreekse vierdimensionale streling van de zintuigen in een fijne theaterzaal waar dicht bij het podium het lauwe zweet van de middagrepetitie de reukpapillen nog beroerde?

Toen ik wel zo’n beetje wist hoe het met de zon in de tuin zat en Jelle me berichtte dat ik was opgenomen in de ere-galerij van favoriete MM’ers (Makkelijke Moestuiners) en dat ‘als tante Post óók doet wat ze belooft’ ik woensdag alles in huis zou hebben, zocht ik Crystal Pite op internet op en keek ik 39 minuten naar het podium van de Opéra National in Parijs waarop geoefende lijven veranderden in een organisme, een geoliede machine, een zwerm spreeuwen die muren in beweging brachten, oceanen lieten golven, samenwerking transformeerden tot een veelvoud van de som.

‘Je had voor haar toch naar Parijs willen gaan?’ had de zoon van de tuinbaas aan zijn moeder gevraagd.

Ik denk dat de tuinbaas er inmiddels voor naar Rome zou willen fietsen. En ik zou achter haar aan fietsen.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.