Als de bos Pinksterbloemen die R in Berlijn liet bezorgen van roze naar geel naar uitgebloeid is geëvolueerd, begint hier in de tuin de boerenpioen te bloeien. Ik stuur iedere dag een fotootje van de boerenpioen naar Berlijn, om alles waar die in Berlijn bezorgde bos pioenrozen voor stond en staat, levend en vol liefde te houden.
Nu zijn we een week verder, de regen die de afgelopen dagen regelmatig viel, maakte de bloem zwaar, de steel boog ver door. De regen van vannacht heeft bijna alle lichtroze binnenste smalle, lange blaadjes en de grotere felroze buitenste bloembladen losgemaakt. Ze liggen op de tegels als vogelveren na een slachtpartij. De steel is terug omhoog geveerd.
Vandaag stuur ik een laatste foto. Behalve één lichtroze bloemblaadje resteren er vier stampers – auberginekleurige mini-dadels uitmondend in een grillig rozerood tongetje – die oprijzen uit een rond perzikgeel kussentje dat weer het hart vormt van drie lichtgroene komvormige blaadjes – zoals van een artisjok – met wijnrode randen.
Ik googel een hele biologieles bij elkaar om alles wat ik zie de juiste naam te geven. Waar ik niet uitkom is of ik dit restant van de bloei nu moet weg knippen of laten zitten.