M vraagt of we nog gaan zwemmen deze week. Tuurlijk. Vandaag is het zover. Ondanks alle mooie dagen wordt dit de eerste keer dit jaar. Hij komt met gebak, hij heeft een nieuwe baan. Na de taart en thee duw ik twee fietsen naar buiten en gaan we op pad. Er is kans op onweer, later, nu is het buiten nog een bakoven.
We parkeren de fietsen voor het terras van de Blokhut en leggen onze handdoeken in de schaduw op het gras. We gaan zitten, kletsen wat, dan gaan we het water in. Als we een stukje onderweg zijn, draaien we op onze ruggen en kijken alle kanten op, ik zeg: dit zou ook zomaar ergens in een buitenland kunnen zijn. M is het met me eens. Het water is overal aangenaam, af en toe duik ik een paar lagen dieper, maar daar is het niet veel kouder. We steken schuin over, maar keren een stuk voor het hondenstrand om. Er varen bootjes, die zag je vorig jaar niet. Corona heeft een blik sloepjes opengerukt die hier nu wezenloos rondvaren. Meer kan niet. Een plas heeft geen uitgangen. Gelukkig mag hier alleen elektrisch gevaren worden.
Weer terug bij onze handdoeken halen we ons proviand tevoorschijn. M heeft druiven, water en sap, ik meloen, chips en water. M heeft een Franse krant, ik de Groene Amsterdammer. M doet een dutje, ik lees over de opkoopregeling voor varkensboeren – kosten: bijna een half miljard euro – die was ontworpen voor bedrijven met veel stankoverlast en die nu zonder aanpassing wordt ingezet om de stikstofvervuiling van natuurgebieden aan te pakken. Alleen is in de meeste van de 127 door de minister aangewezen gemeenten waar varkensboeren een beroep op de regeling kunnen doen geen ernstig ammoniakprobleem of kwetsbare natuur. Ook lees ik over de coronakredietregeling voor het midden- en kleinbedrijf waarvan de regering van meet af aan wist dat die niet zou werken. Als M weer wakker is en ik vertel wat ik heb gelezen, zegt hij opgewonden: hier moet iemand Kamervragen over stellen. Toen ik M leerde kennen was hij gemeenteraadslid, nu allang niet meer, maar de politicus huist nog altijd in hem.
We fietsen terug. Er is nog geen onweer, in de zon is het onverminderd tropisch. Ik duw de fietsen het huis in, M pakt zijn spullen, hij gaat nog even naar de supermarkt voor hij in de metro stapt. Ik loop met hem mee, koop humus en Libanees brood. Voor bij de falafel. Om negen uur begint de lucht te rommelen, dan valt de bevrijdende regen.
Koelte!