Mijn broer had zijn bonen dit jaar los geschoffeld, zei hij. De rode? Nee de bruine, de kidneybonen waren nog niet zover. En zonet had hij die losgeschoffelde bonen opgerikt. Ik geloof dat hij dat woord gebruikte. Ik hoefde het woord niet te kennen om te weten wat hij bedoelde, hij had de boel op rijen gelegd, zoals je met afgemaaid gras doet. Rijen van zes meter breed, zei hij, precies de breedte van de bek van zijn oude combine. Met de tropische dagen op komst ging hij kijken of alles wat hij had bedacht ook ging werken.
Tot vorig jaar reed hij zijn nieuwe combine, die met cabine, gewoon de bonen in alsof het tarwe was, liet de bek dalen tot net boven de grond waar de maaibalk de bonen los begon te snijden van de wortels, en de draaiende tanden van de haspel vervolgens alles naar binnen werkten: peulen, verdord blad, stelen.
Verderop in de machine worden de bonen van de rest gescheiden, die rest poept de combine er verhakseld aan de achterkant weer uit. Maar er zijn altijd onrijpe peulen, groene peulen, nog vol nattigheid, en nattigheid en een combine is een slechte combinatie, dan loopt de boel vast. En bij een tropisch temperatuurtje zit je niet te wachten op gedoe, stilstaan, zoeken naar het euvel, repareren, ontdekken dat er iets kapot is gedraaid en dat dat onderdeel nergens op voorraad is.
Door de bonen eerst los te schoffelen en even te laten liggen, sterven ook de groene peulen af, legde mijn broer uit. Misschien had hij de bonen voor hij ze ging oprikken nog een keer om geschud, zoals koeienboeren doen met hun gemaaide gras. Daar had hij vast nog wel een machine voor staan, van vroeger, toen onze opa nog een gemengd bedrijf had.
‘Kan de bek zo laag dat je die dooie bonen met alles erop en eraan kunt optillen?’ vroeg ik. Ik bedoelde: schep je dan niet allemaal grond de machine in? Grond is weliswaar minder erg dan nattigheid, maar voor grond is de machine niet gemaakt. Mijn broer zei dat hij een constructie aan de oude combine had gemaakt, en dat die het klusje moest klaren.
Vandaag, op de eerste tropische dag van deze week, krijg ik een filmpje. Mijn broer zit op de oude combine, hij duwt wat hendels naar beneden en daar gaat hij. Er is geen maaibalk meer en ook geen haspel met tanden. In plaats daarvan zie ik een enorme rol met rijen haaientandjes die achterwaarts draait en zo het losliggende bonengewas optilt en over die rol transporteert naar de vijzel erachter waarna alles verder gaat zoals altijd.
Slim.