De merels zijn geweldige tuinhulpen. Onvermoeibaar pakken ze herfstblad op en werpen het verderop neer, pikken ze gaatjes in de grond en woelen die luchtig om. In tuincentra verkopen ze je graag een verticuteermachine of een prikrol, maar waarom zou je als de merels dit klusje voor hun rekening nemen?
Een groenling fladdert op tien centimeter van de voedersilo, klaar om door de tralies naar binnen te gaan voor een zadenontbijt. Maar dan komt van de andere kant de roodborst. Met zijn bolle, oranje borst lijkt deze nationale lieveling van de Britten aaibaar als de pompon die je op de kleuterschool maakte, maar in werkelijkheid is het een driftkikker met felle territoriumdrift. In volle vaart botst hij tegen de groenling die naar de tuin van de buurvrouw vlucht. Voor de vorm hipt de roodborst even door de voedersilo zonder iets te eten.
Ondertussen bolt in de oven brood negen in de zwarte gietijzeren pan. Het deeg is volgens het recept van een baguette tradition waar je niet per se een baguette van hoeft te vormen, een rond brood kan ook. De korst is goudbruin. Als het wekkertje gaat haal ik de pan uit de oven, til het brood met een houten lepel een stukje op en leg het dan met behulp van een pannenlap op het rooster.
Wacht, nog even het brood optillen en op de onderkant kloppen om te horen of het goed hol klinkt. Ja, perfect. Wat hoor ik nog meer? Geknisper, geknapper. Het brood spreekt, ik luister. Ademloos.