Ik las over de Groene Kruisweg in Jan Brokkens De vergelding. Op mijn geboorte-eiland is er ook een Groene Kruisweg. Misschien omdat het zo vertrouwd klonk, heb ik me nooit afgevraagd waarom een weg Groene Kruisweg heet. Nu ontdekte ik dat dus. Die weg, aangelegd tussen 1930 en 1934 tussen Brielle en Rotterdam, was er gekomen op aandringen van het Groene Kruis en ook met geld van het Groene Kruis, om zieken en gewonden van de eilanden Voorne-Putten en IJsselmonde sneller per ambulance naar Rotterdam te kunnen vervoeren. Brokken schrijft: ‘De eerste geasfalteerde provinciale weg in de regio, die vooral in 1940 zijn nut bewees: het Duitse gemotoriseerde materieel kon er vliegensvlug op voortrukken.’ Geen verbetering zonder keerzijde. Maar goed, tussen de regels door leerde ik nog eens wat. Dat het Groene Kruis initiatief nam tot wegenaanleg bijvoorbeeld. Dat ze daar geld in stak. Ik googlede wat. Het Groene Kruis bestond niet meer. Het was in 1978 opgegaan in de Nationale Kruisvereniging. In Utrecht en Zuid-Holland verwees de kleur groen trouwens naar de huiskleur van de medische faculteit van de universiteit. Het Wit-Gele Kruis deed precies hetzelfde als het Groene Kruis maar had een rooms-katholieke signatuur en tooide zich daarom met pauselijke kleuren en dan was er ook nog het Oranje-Groene Kruis met protestantse inslag. Die Nationale Kruisvereniging bestond trouwens ook niet meer. Ik kwam een paar keer het woord ‘toenmalig‘ tegen. Kruisverenigingen leken ook spaarzaam. Het was nu Thuiszorg Hupseflups of kortweg Zorgsaam of Aafje of Sensire. Vroeger heette een kind Krijn of Stijnie en dan wist je vrij zeker: dat is er een van die en die. Nu heette een kind Lars of Melody en kon het van iedereen en niemand zijn. Ik zag de vuilniswagen op zijn eerste ronde door de wijk. Op de flank onder het logo van mijn stad las ik: ‘Verbindt wie zoekt / met wie liever niet herkend wil worden’.