De vogels komen graag tegelijk eten bij de voertafel. Is dat logisch? Nee, zal de een zeggen, die denkt aan zijn jeugd waarin een broertje of zusje het lekkers voor zijn neus wegkaapte. En ja, ook bij de voertafel wordt wel eens iemand weggejaagd. Onrustige boel. Toch zijn er ook voordelen. De groenlingen lijken het samen eten ronduit gezellig te vinden. Ze vliegen zonder angst de beschermkooi van de voedersilo in, gaan met z’n drieën of vieren op de speciale treedjes zitten, pikken door de openingen naar de zaden en pitten en kletsen ondertussen uitgebreid. Daarbij valt weleens wat. En daar is het de vinken en kepen om te doen. Die durven niet door de tralies heen, maar hebben wel een vleugelstand waarbij ze tien seconden stationair draaiend voor de bodem van de silo kunnen hangen en zo de gevallen zaden aan de rand van de bodem kunnen bemachtigen.
Bij de voertafel zelf is het voor de kleinsten het lastigst. De tortels sturen de houtduiven weg, de merels de vinken. En toch blijven de weggejaagden in de buurt, want kansen zijn er altijd. Misschien hebben vogels ook wel lunchtijden, net zoals mensen die – voor corona kwam – allemaal om twaalf uur in de rij voor de bedrijfskantine gingen staan, terwijl ze om vijf voor half twee zo zouden kunnen doorlopen. Al waren de kroketten dan op, of koud.