Externe disciplinering

Ik zette de Ommetjes-app weer op mijn telefoon. Niet dat ik nou zo weinig loop. Alles wat ik lopend kan doen, doe ik lopend, ook al is het twee kilometer verderop aan de andere kant van de wijk.

Het ging om de stok achter de deur om íedere dag een wandeling te maken, een wandeling die langer is dan even op en neer naar het winkelcentrum, en die ook doorgaat als het regent en stormt. Het had eerder gewerkt, deze externe diciplinering via een virtueel dingetje, dat beloont met virtuele medailles, ranglijstjes, extraatjes, allemaal zaken die in de werkelijkheid niks zijn.

Wat ik vooral voor ogen had was die keer in coronatijd dat we tijdens een zomervakantie een dagtocht maakten ergens in het gebied van de Drentsche Aa. Er was een kaartje met daarop twee wandelingen van twintig en twaalf kilometer. De een leek de verkorte versie van de ander. We namen de lange versie en we liepen en liepen en liepen en snapten niet dat twintig kilometer zo lang kon duren. Terug op ons logeeradres controleerden we onze telefoons: we bleken 32 kilometer gelopen te hebben. Het gekke was dat mijn heupen niet waren gaan protesteren, in andere wandelvakanties gebeurde dat meestal zo rond de 24 kilometer. Dat was dus het effect van al die kleine dagelijkse wandelingetjes die we toen al anderhalf jaar maakten: sterke benen.

Toen corona wegebde gooide ik de ommetjesapp van mijn telefoon en verslofte de gewoonte. Maar nu sluimert er een plan. Iets met een rugzak waarin alles past: een slaapzak, een matje, een tent, een brandertje, een waterfles, wat kleren.

En sterke benen dus.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.