Ik was dus op een verjaardag en hoorde iets interessants. De man werkte in de bouw en kwam uit de installatiewereld. Het was wennen, zei hij. In de bouwwereld waren ze niet gewend te plannen en ook aan begroten deden ze niet echt. En nieuwigheden als iPads op de bouwplaats, hergebruik van materialen of mindmapping om dingen nooit meer te vergeten: allemaal nieuwlichterij die er in de stoere machowereld niet in kwam. Bouwers hadden tot voor kort de macht, opdrachtgevers slikten absurde prijzen, onderaannemers hadden maar te verschijnen als de bouwer dat eiste en het geld stroomde wel binnen. Maar die tijd was voorbij. Er stonden weer hele grote bouwers op omkiepen, zei hij. De enorme winsten die ze de afgelopen decennia hadden binnengesleept, waren zo goed als verdampt. Nu was er voor het eerst een grote bouwer overgenomen door een installatiebedrijf. Dat was de omgekeerde wereld. Ik dacht aan een hele grote boekhandelketen die in tal van steden gered was door de lokale boekhandel. Groot/arrogant was uit, klein/inventief/spaarzaam was in. In zo’n tijd zaten we, maar nog niet iedereen had het door.