Ik zei dat ik mijn hand onder de plaat ging doen. R wilde de plaat tussen zijn lijf en zijn arm klemmen en dat leek mij onhandig, ook al omdat die plaat bij mij tot aan mijn enkels kwam. R liet de plaat ook op zijn hand rusten, hij zei dat hij een enorm uitgerekte arm zou krijgen en vroeg of de plaat echt niet in de auto paste. Ik zei dat de auto in de plaat paste. Het stuk mdf was meer dan een meter bij twee meter veertig. We staken op de zebra de straat over, ik riep: Banana Split. R zei dat die man van Banana Split al heel lang dood was. We lieten niemand verdwijnen achter de plaat, we liepen langs de viskraam, we konden precies onder de luifel door, toen achter de Chinees langs en bij de Hubo stond de deur open dus we liepen zo naar binnen. Ik denk dat er wat met de plaat moet gebeuren, zei de jongen met de gele brillenpoten, het was echt een hele leuke bril. Ik liet hem het tekeningetje zien, hij zette de afzuiging aan. Sinds die jongen en zijn vader de Hubo hier hebben overgenomen heb ik er al weer heel wat hout laten verzagen, allemaal hout dat ik al heb en waar ik een nieuwe bestemming voor bedenk. Het zagen was gratis. Service, zei de jongen. Zo worden jullie toch niet rijk, zei R. Gelukkig had hij nog wat tochtstripband en raamfolie nodig en ik nog wat latjes, zodat er toch nog wat af te rekenen viel. En ‘s avonds brak boortje nummer drie zodat ik ‘s ochtends weer wat kon kopen bij de aardige jongen. Je moest het elkaar gunnen.