Meedogenloos

knausgardIk zag Karl Ove Knausgård zeggen dat sociale druk ons op onze plaats houdt, ons in staat stelt om samen te leven. En dat individualiteit ons ervoor behoedt om je niet in elkaar te verliezen. Onder sociale druk laten we bepaalde dingen zien en verstoppen we andere en schaamte is volgens Knausgård het regulerende mechanisme. De Noorse schrijver wilde weten wat je erbij wint als je die sociale druk weerstaat. En hij ging het doen: het geheime, het verborgene beschrijven, ontdekken wat de waarde van meedogenloosheid is. In de documentaire zag ik hem op een gegeven moment in een keuken, waarvan het aanrecht veel te laag was voor zijn lange lijf. Hij roerde in een steelpan, zette de radio aan die in het raamkozijn stond, ging weer verder met roeren in de lichtbruine vloeistof, draaide toen de antenne van links naar rechts, duwde de antenne tegen het keukenkastje, maar dat hielp te weinig, verschoof het toestel een beetje, het radiotoestel leek op wat ik in de keuken heb staan, een rechthoekige blok met een houten lijst rondom stoer staal en een paar stevige knoppen en ook dat verschuiven hielp niks, het geluid bleef krassen en toen zette hij het toestel uit. En ik dacht aan mijn ergernis, al jaren, dat radio 1 nauwelijks nog fatsoenlijk te ontvangen is, om nog maar te zwijgen over radio 4. Op het einde van de documentaire loopt Knausgård door de straat waar hij tot zijn dertiende woonde en waar hij sindsdien nauwelijks meer is terug geweest, maar waar hij wel heel veel over heeft geschreven, ook over de mensen die er woonden en nog wonen en hij heeft het al die tijd vermeden om terug te gaan omdat hij ervan overtuigd is dat hij met zijn zes vuistdikke romans over zijn leven, met zijn experiment van meedogenloosheid, dat inmiddels in achttien talen vertaald is en een hype is, iets heeft kapot gemaakt. Er ligt sneeuw, in zijn romans ligt er ook veel sneeuw en moeten er in halletjes voortdurend overschoenen en dikke jassen en handschoenen worden uitgedaan, en hij gaat koffie drinken bij zijn vroegere buren, de ouders van zijn beste jeugdvriend, die er nog altijd wonen en er staan schalen met zelfgebakken zoetigheid op tafel en ze zijn lovend, ze zeggen dat hij zijn vader raak heeft getypeerd en dat er journalisten langs zijn geweest met vragen maar dat ze iedere keer zeggen dat ze niks hebben toe te voegen en dan staat hij weer buiten, de schrijver, de buurjongen, in de sneeuw, zijn adem kringelt in de lucht, hij kijkt naar het huis waar hij is opgegroeid, het is doodstil, je hoort alleen een vogel en het geknisper van de sneeuw onder zijn schoenen en dan zegt hij ‘Een lange omweg naar huis’.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.