Ik zag Douglas Rushkoff het verschil uitleggen tussen chronos en kairos. Van Grieks herinner ik mij vaag dat het allebei iets met de tijd te maken heeft, maar na Rushkoff vergeet ik het verschil in betekenis nooit meer. Chronos, zei Rushkoff, is de tijd die we op de klok zien, op onze telefoon, op onze computer. Bijvoorbeeld: je hebt de auto van je pa om 16:02 in de prak gereden. 16:02 is chronos, is wat in het proces-verbaal van de politie staat. Kairos is het tijdstip waarop je het aan je pa gaat vertellen. Dat is bijvoorbeeld nadat hij zijn middagborreltje op heeft, maar vóór hij zijn rekeningen gaat openen. Nog mooier was Rushkoffs voorbeeld van een Amerikaanse tv-serie met allemaal gebotoxte vrouwen. Rushkoff vroeg zich af waarom er in die serie zoveel mis ging in de communicatie. Die vrouwen, zei hij, willen hun gezicht allemaal stil zetten op negentwintig jaar. Dat jeugdige gezicht botoxen en chirurgen ze helemaal vast. Of ze laten hun oudere gezicht in de tijd terugkleien. Voor altijd jong, voor altijd stilgezet op 16:02. Maar dan vertelt in het echte leven, in de tijd die gewoon doorgaat, zo’n gebotoxte vrouw dat haar dochter een ernstige vorm van baarmoederhalskanker heeft en dan antwoord zo’n gebotoxte vriendin met een voor altijd bevroren glimlach om haar lippen en een vastgelijmde verbazing in haar ogen hoe erg ze dat vindt. Ik werd wat suf, het was half drie, ik ging naar buiten, of ik nu alvast boodschappen deed of straks pas, net voor het eten, maakte niet uit. Ik besloot naar het volgende winkelcentrum te lopen, anders was ik zo snel terug. Het waaide hard. De vrouw met het witte permanent had daar geen last van, die knorde me op haar scootmobiel keihard voorbij. Of dit chronos of kairos was, wist ik niet. Misschien had ze gewoon haast. Of hield ze van hard rijden.