Aarde

aspergesIk vroeg naar Opperdoezer. Niet omdat ik die wilde kopen, ik heb in mijn jeugd genoeg aardappelen gekookt voor een heel mensenleven, maar omdat maandag een kok de twee partjes Opperdoezer naast de asperges had aangeprezen als de beste, de lekkerste. Het gezicht van de groentevriend betrok. Veel te duur. Er waren veel lekkerdere aardappelen, Dorées bijvoorbeeld, sinds deze week in de winkel, zijn gezicht vertelde genoeg, smaakexplosie. Het was een cultus, de Opperdoezer. Zo’n eerste kistje was in maart voor duizend euro geveild. In maart? zei ik. Ik had laatst vanuit de trein genoten van al die net gemaakte bedden op de akkers, grijsbruine vlaktes met kaarsrechte rijen, nu misschien al met de eerste groene kruintjes, straks zou al het grijsbruin onder het groene loof verdwenen zijn. Aardappelen poot je in het voorjaar na de vorst, en oogst je in het najaar. Ik had nooit iets anders meegemaakt. Waar komen die maartse Opperdoezer vandaan? vroeg ik. Opperdoes. Juist ja. Ik kocht asperges, twintig stuks.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.