Russisch

object1123Ik vroeg wat de Lebkov-special was. De jongen trok een mooi denkgezicht. ‘Ik heb mosterdsoep en kipkerriekokos,’ zei hij. Ik vroeg hem welke hij de lekkerste vond. Dat doe ik altijd als ik niet kan kiezen. Weer maakte hij een mooi denkgezicht. ‘De mosterd is echt mosterd. Pittig. Je moet ervan houden. Ik vind hem heel lekker. De kipkerriekokos is heel romig.’ Hij maakte een vol gebaar met zijn handen. Ik lepelde in de kipkerriekokos en keek naar het sierlijke hekwerk van het nieuwe ministerie van Binnenlandse Zaken aan de overkant. Ik zag het voor het eerst zonder houten schotten. Ik vond het heel Amerikaans. Het kwam door de gevel en door de voortuin met vlaggen en een boom en door dat hek. Er kwamen plotseling heel veel mensen naar buiten. Ze bogen gehaast af naar rechts. Rechts was het station. Misschien was er een brandoefening. Het liep tegen vijven. Er zijn mensen die zeggen dat zo’n ministerie in je stad veel ‘traffic’ oplevert, waarmee ze geld bedoelen, of werkgelegenheid. Of allebei. Maar deze mensen hadden maar een doel. Weg. Ik vermoedde dat over niet al te lange tijd de tegels richting station vervangen moesten worden terwijl die naar het centrum met zijn terrassen en theaters nog jaren mee konden. Het Amerikaanse decor gaf de gehaaste mensen iets Amerikaans (zoals de Amerikanen die ik ooit in de Ikea in Brooklyn zag, iets Delfts kregen).
Ik had net thee gehaald bij de jongen van het denkgezicht, hem verteld dat zijn stem heel erg op die van Bas Haring leek en daarna uitgelegd wie Bas Haring was, toen P belde. Ik vertelde waar ik naar keek. ‘Van buiten ja,’ zei hij, ‘maar binnen hebben ze een Sovjet-Russische architect losgelaten. Witte bombast.’ Ik dacht aan het Kremlin. Tegen half zes droogde de stroom op. Ik moest ook naar het station. Maar eerst ging ik kijken. Ik wurmde mij door een gouden draaideur en zag kloeke witte buitenmuren die binnenstonden in een hele grote lege hal met ver weg een beveilingsmevrouw achter een enorme balie. Ze was niet groter dan een playmobilpoppetje. Ik vond dat de mensen die op dit tijdstip naar buiten liepen iets Russisch hadden.
Bij het station zaten de glasplaten in de zijkanten van de nieuwe overkapping. Ik vond ze te donker en dacht aan de verblindende schoonheid van het glas in Rotterdam.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.