Ergens in de Franse Alpen in het kiezelgrind voor een imposant buitenverblijf zitten aan een ovalen tafel een oud-premier, een oud-wielrenner en een oude en een jonge journalist. Het is vanwege de Tour de France. Een publieke omroep zendt het tafereel uit.
Waar wielrennen is, is doping nooit ver weg.
‘Het kan niet,’ zegt de jonge journalist fel, ‘ter bescherming van de renners. Anders vallen er doden.’
De oud-premier van christelijke, Brabantse huize, 81 inmiddels, schiet uit zijn slof. Die arme jongens, zegt hij, zijn de enigen die ‘ter bescherming van zichzelf’ worden vervolgd, beboet, uitgesloten van hun broodwinning.
De rest van de tafel houdt de adem in.
‘Is roken verboden, krijgen mensen die zich kapot roken boetes? Neen. Worden mensen die zich te pletter zuipen uit hun werk gezet? Geenzins.’
Inhumaan. Het grote woord valt.
‘Liever minister-president van Nederland of winnaar van de Tour?’ De oude journalist is in zijn nopjes met de gewaagde vraag van zijn jonge collega aan de oud-premier.
Maar waarom de oude vos niet gevraagd of hij bereid zou zijn voor een paar maanden terug te keren naar het Torentje om de Nederlandse bevolking te vervolgen en beboeten ‘ter bescherming van zichzelf’?
In een land waar volgens politici de roep om strenger straffen van zo’n beetje alles de horenden doof en de zienden blind maakt, zou dit toch de meesterzet voor het CDA moeten zijn.
Inhumaan
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.