49 Cent, stond er groot boven de kisten sperziebonen. Het bleef wel zaak om te kijken wat ze bedoelden. 49 cent per kilo, 49 cent per pond? Het bleek een half pond. Maar tegen de tijd dat je dat had achterhaald zat die 49 cent al in je hersenen. ‘Zullen we er van die Indonesische boontjes mee maken?’ zei R die met het blote oog 534 gram sperziebonen in een zak had gestopt. Ik kon mijn telefoon pakken en googlen op ‘zelf sajoerboontjes maken’. Maar dit was Albert Heijn, geen toko. Dus liep ik naar het schap met de kleine kuipjes en koos tussen erg en minder erg. Toch wel lekker, zei R toen hij de lege borden meenam richting de vaatwasser. Ik plukte het papieren wikkel van de sajoerboontjesboemboe uit de papierbak en installeerde me voor DWDD waar Vincent Icke en Diederik Jekel een nieuw wiskundig bewijs toelichtten. De boemboefabrikant had er duidelijk moeite mee om op te schrijven dat hij in het kuipje van nog geen 7 bij 7 bij 2 centimeter twee theelepels zout en bijna zeven suikerklonten had gestopt – gegoochel met getallen per honderd gram en per portie, waarbij hij ten einde raad de pond sperziebonen in vier porties hakte waarbij iedereen dus vijftig procent te weinig groente binnenkreeg – en dat snapte ik wel. In harde vorm zouden die suikerklonten niet eens in het kuipje passen. ‘Je hebt zojuist je dagelijkse zoutbehoefte volledig uit de sajoerboontjes kunnen halen,’ zei ik tegen R. Ik rekende dan nog even buiten de 1 gram (half theelepeltje) zout die aan de rivierkreeftjes was toegevoegd, en ook buiten de 2,55 gram zout (ruime theelepel) en 6 gram suiker (bijna 1,5 klontje) die in de falafel verstopt zat. Met bijna twee theelepels zout en ruim vier suikerklonten achter de kiezen, zocht ik troost bij Vincent Icke. ‘Wiskunde is iets heel bijzonders,’ zei hij, en ik knikte instemmend. ‘Als je iets eenmaal een keer bewezen hebt, dan geldt het voor altijd.’ Ik knikte nadrukkelijker. ‘Wiskunde is anders dan natuurkunde. Wiskunde is zoiets als poëzie.’ ‘Ja, ja,’ riep ik. ‘Als je het bedacht hebt, dan is het er,’ zei Icke. ‘Een vermoeden, een bewijs van een vermoeden is een schepping, een creatie.’ Ik had te lang geen wiskundeboek meer opengeslagen.