Bij Jumbo hadden ze iets nieuws, detectiepoorten. Ze stonden bij de kassa, direct na het pinapparaat. Toen ik er met mijn volle groentevriendentas doorheen liep om de soyamelk, bulgur, kappertjes en roti-wraps in te pakken, ging de poort piepen en oplichten. Tl-achtig licht. Als je het licht wegdacht, leek het op correct inchecken bij de trein en metro. Ik liep weer terug om af te rekenen. Opnieuw kabaal. Interessant, zei ik. Ik bewoog nu alleen mijn portemonnee in het poortgebied. Weer gepiep en lichtsignalen. ‘Waar is ie op afgesteld?’ vroeg ik het kassameisje. ‘Tja,’ zei ze, ‘ik weet het ook niet, labels geloof ik.’ Toen ik bij Etos binnenliep weer gepiep. Ik zei: ‘uw winkel lijkt wel een metrostation.’ ‘Daar gaan we tegen vijf uur ’s middags niet meer moeilijk over doen,’ zei een mevrouw in een blauwe Etos-blouse. Ik rekende een lippenbalsem af, zette de poorten weer in staat van alarm en liep naar huis. Volgens R kwam het door de chip die contactloos betalen mogelijk maakt. Ik zei dat ik die nieuwe bankpassen al een maand of acht op zak had. Was ik acht maanden lang niet in winkels met poortjes geweest?