We hebben een clubje. Vroeger deelden we werk, inmiddels vriendschap. Een keer in de zoveel tijd zien we elkaar. Dan zoeken we elkaar op in elkaars woonplaatsen. Zowel de gelukkigste als de ongelukkigste stad zijn in ons clubje vertegenwoordigd. Evenwichtig. Ik hoorde de journalisten worstelen. Waar kon je het beste naartoe om gelukkig te worden? We zoeken de oorzaak het liefst buiten onszelf. Ze hadden de Atlas voor gemeenten ook direct tot Geluksatlas gedoopt, de journalisten. Dat bekt lekker. Onderzoek is geen glazen bol, je kunt de feiten pas vaststellen als de werkelijkheid zich al heeft geopenbaard. Als alle ongelukkige mensen massaal naar Ede en Amersfoort trekken (wat niet kan, omdat de schaarste op de woningmarkt de grootste blokkade is voor de mobiliteit van mensen) en er verandert fundamenteel niks aan hun gezondheid, werk(loosheids)situatie, relatie en sociale contacten, dan zullen in een volgend onderzoek Ede en Amersfoort een gemiddeld minder gelukkige bevolking hebben. In Nieuwsuur zag ik de hoofdonderzoeker door Ede lopen, het regende, hij hield een paraplu boven zijn hoofd met racefietsen erop en ‘Utrecht 2015’, toen daar de Tour startte. Dat was geen toeval. Ik ken zijn subtiele grapjes.