Wijsheid van mijn oom: ‘Haast je wanneer je tijd hebt, dan heb je tijd wanneer je haast hebt.’
Was vroeger alles beter? Mijn tante woonde op een eiland. Twee keer per jaar ging ze als kind met haar ouders naar Rotterdam. Dan namen ze om 6 uur ’s ochtends de tram, vervolgens de boot, dan weer een tram en zo waren ze om 10 uur in de Rosestraat. ’s Avonds om zes uur namen ze de tram terug, dan de boot en weer de tram en dan waren ze om half elf thuis. ‘Het was reuze gezellig,’ zei mijn tante. ‘Onderweg terug besprak je met bekenden wat die hadden gekocht.’ Voordat ze mijn tante kon worden moest mijn oom eerst verkering met haar krijgen. Dat lukte omdat de boot vervangen was door een brug en mijn oom en zijn vrienden besloten ook eens ‘die kant’ op te gaan. In 1968/1969 bezocht mijn oom zijn verkering een jaar lang ieder weekend, zowel op zaterdag als op zondag. Hij reed daarvoor over die nieuwe brug, een tolbrug. Die kostte 3 gulden 50 per keer, voor mijn oom 14 gulden per weekend. Op de site van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis staat een handzame rekenmodule om de waarde van een som geld in een bepaald jaar te vergelijken met die in een ander jaar (dankzij het werk van de historici Jan Luiten van Zanden en Arthur van Riel en het CBS). Die 14 gulden van toen zou nu zo’n 65 gulden of 30 euro zijn. ‘Op zaterdagavond kon ik gewoon met groot licht naar huis rijden,’ zei mijn oom, ‘zo weinig verkeer was er.’ De man in het tolhuisje voor wie mijn oom inmiddels een vertrouwd gezicht was zei op een keer: ‘Je kunt beter trouwen.’ Vandaag precies 48 jaar geleden passeerde mijn oom het tolhuisje, de man van de zaterdagavonden had dienst. ‘Nou,’ zei mijn oom, ‘vandaag gaat het gebeuren hoor.’ Mijn tante die gisterenavond naast mijn oom aan het restauranttafeltje zat en wij er tegenover zei: ‘Ik heb dit verhaal al zo vaak gehoord.’