Scottie zit met zijn co-host Cletus in een geluidsdichte kelder waar hooguit af en toe het geruis van water door een van de leidingen te horen is. Zoals gezegd was ik onmiddellijk fan van zijn filmpjes. Ik begon met zijn mini-college ‘Off isn’t really Off’: Uit is niet echt Uit. Sinds we de mechanische wereld hebben verlaten, waarin we met een druk op een knop een apparaat nog echt uit konden zetten in de zin dat er geen stroom meer naar het apparaat ging, staat geen apparaat meer echt uit. Aan- en uitknoppen zijn tegenwoordig elektronisch, in alle apparaten zitten computerchips, en ook al denk je iets uit te zetten, er blijft altijd een heel klein deeltje van je smartphone, tablet, wasmachine, computer, digitale tv aan dat jouw commando ‘aan’ kan uitvoeren. Vergelijk je apparaat met een gebouw. Waar je in het mechanische tijdperk zelf de deur in en uit het slot draaide en je een breekijzer nodig had om buiten jouw medewerking binnen te komen, is dat gebouw tegenwoordig nooit echt meer op slot, in plaats daarvan zit er een portier bij de deuren van al jouw apparaten die nauwelijks koffie nodig heeft, maar wel klaarstaat om op het moment dat jij naar binnen wilt in de houding te springen om de deur voor je open te houden. Maar je snapt dat die portier met een beetje handigheid ook voor commando’s van anderen in de houding kan springen om de boel te openen. Scottie legt uit hoe dit werkt bij de smartphone. In iedere smartphone zitten twee processoren die alles wat jij wilt op je smartphone klaarspelen. In de ene processor, de applicatieprocessor, gebeurt alles wat wij willen op de smartphone, foto’s opzoeken, whatsappen, facebooken, een vertrektijd opzoeken, onze route vinden. De besturingssystemen Android, MacOs en Linux draaien ook op die app-processor en hoe de dingen daar gebeuren is redelijk openbaar om ontwikkelaars van apps de mogelijkheid te geven nieuwe toepassingen te bedenken. De tweede processor, de basebandprocessor, wordt door twee of drie bedrijven ter wereld gemaakt en regelt alles wat met zenden en ontvangen te maken, met coderingen en encryptie. Omdat het handig is als alle smartphones dezelfde basisprincipes hebben (denk aan: gestandaardiseerde stopcontacten) zijn de eisen voor die basebandprocessor heel hoog en extreem veel, al toont het ook aan dat we in staat zijn iets heel ingewikkelds te maken dat in de hele wereld werkt. Hoe die basebandprocessor in elkaar zit is het best bewaarde geheim ter wereld. Het verzenden en ontvangen van data, de microfoon, de camera, waar de telefoon zich bevindt (ook al heb je zelf je locatiegegevens uitstaan), wifi, bluetooth, gps, dat gebeurt allemaal daar. Een jaar of tien geleden bouwde een slimme jongen een eigen zendmastje, vergelijkbaar met de dingen die je overal op hoge gebouwen ziet en waar onze smartphones de hele tijd verbinding mee zoeken en met behulp waarvan we een uur lang kunnen kletsen terwijl we in een auto of een trein door het landschap zoeven langs misschien wel achtenveertig verschillende masten die onze woorden naadloos ontvangen en versturen. Hij ging met dat zendmastje op een drukke plek zitten en zag dat de de telefoons in de omgeving verbinding gingen maken met zijn zendmastje. Hij ontdekte ook dat hij mallware, een kwaadwillend opdrachtje, naar die willekeurige telefoons kon sturen en in die basebandprocessor kon zetten. In zijn geval luidde dat opdrachtje: vertel me waar de telefoon is, zet de microfoon aan, neem de geluiden op, comprimeer de boel zodat het nauwelijks wat van de batterij vergt en stuur dat via de gebruikelijke netwerken naar mijn server. Dat deden die smartphones die allang niet meer in de buurt van zijn zendmastje waren, keurig en de verzamelde gegevens kwamen bij de slimme jongen binnen. Maar tot zijn verbazing zag hij dat ook als die telefoons ‘uit’ stonden de gegevensverzameling gewoon doorging en de data werden opgeslagen. Alleen kreeg hij ze niet realtime binnen maar pas zodra de eigenaar de telefoon weer aanzette en verbinding maakte. Deze jongen maakte zijn vinding bekend op hackersconferenties en die handvol fabrikanten van de basebandprocessoren zeiden natuurlijk dat ze het lek gingen dichtmaken, maar verzucht Scottie: we weten het niet, we kunnen het niet controleren. En dit was zomaar een slimme eenling, niet iemand met een paar miljard dollar in zijn zakken om echt iets groots te doen. Ik begreep nu dus iets meer, ik begreep vooral waarom er steeds minder smartphones zijn waar je zelf de batterij nog uit kunt halen. Dat heeft niks met de wens van de consument te maken, maar alles met die van de producent. Ik kon nog zo voorzichtig zijn en naar mijn idee niks geks doen op mijn telefoon, het simpele feit dat ik het ding heb en ermee rondloop, of ie nu aan is of uit staat, de ‘meelezer’ is er en anders dan vroeger in de trein waar de reiziger naast je ging meelezen in jouw dure papieren krant heb ik deze snuffelaar zelf gekocht, ik kan ‘m er niet uit slopen (zonder het wezen van mijn telefoon te slopen) en aan een fractie van mijn batterijstroom heeft hij genoeg om mijn bewegingen door het leven te volgen en de microfoon en de camera aan te zetten. Wie weet gebruikt hij mijn telefoon voor iets heel anders, wat helemaal niks met mij te maken heeft, maar gewoon: omdat het kan, omdat hij apparaatruimte nodig heeft, omdat het zo slecht is dat hij het niet op zijn eigen apparaten wil doen. Welke rechter gaat mij geloven? En dit was dus nog maar het eerste filmpje dat ik van Scottie zag.
Scottie
Voeg toe aan je favorieten: Permalink.