Tobbende twintigers

Marijke de Vries en Birte Schohuis schreven een boek over tobbende twintigers: De wereld aan je voeten. Tobbende twintigers zijn van alle tijden, maar wat de huidige generatie volgens de auteurs anders maakt is de hoge druk om jezelf te profileren en het overal voorhanden zijn van podia voor die zelfpromotie, zoals Facebook. Twintig jaar lang zijn ze bezig zich uniek en bijzonder voor te doen en alles tot succes en feest op te poetsen… lees meer >>

Geloof

Ik had plotseling het plan om de slaapkamer en de werkkamer om te draaien. Misschien lag het aan het nieuwe jaar. Wil je dan ook wat nieuws op de vloer, zei R. Toen het waterbed leeg en weg was en de klerenkasten afgebroken en in de gang dacht ik: er moet beslist iets nieuws op de vloer. Ik krabde de appelgroene vloerbedekking van het beton en haalde op de terugweg van een ziekenhuisbezoek antiek grenenpatroon… lees meer >>

Nageslacht

Ik werd wakker met het woord nageslacht. Buiten krabde iemand langdurig autoruiten. Ik stond op. Gisteren had ik een goede vriend gefeliciteerd met de geboorte van zijn zoon en zijn vaderschap. De annonce van die zoon had de avond ervoor tussen mijn verjaardagspost gezeten. Aan de botergele envelop had ik niks vermoed; een neutrale postzegel met een oranje 1, een geprinte adressticker. Het kaartje liet zich moeilijk uit de envelop bevrijden. Het was duidelijk dat kaartje… lees meer >>

Invalshoeken

Ik had zondag veel zin om naar buiten te gaan. Er was al een etmaal gewaarschuwd voor zuidwesterstorm en grijs, regenachtig weer. Een meisje hield haar rode jas zo ver mogelijk opengespreid. Haar fietsstuur trilde. Een oude man met een dito labrador riep dat ze uit moest kijken. De snelheidsmeter in de berm glimlachte tevreden: 29 km. Ik keek het zeilende meisje na en rende toen de andere kant op. Net over de brug passeerde… lees meer >>

De Swemmer

Ik las de blog van een goede vriendin. Ze dacht dat er in het buurdorp Oudwoude nooit ook maar iets gebeurde, toen ze daar vroeger in de zomer vanaf de brug in de Swemmer sprong. Ik wist het niet van mijn vriendin, dat ze als tiener van een brug in het water sprong, dat ze dat durfde. Ik had het waarschijnlijk ook nooit geweten als ze niet vlakbij die brug van mijn vriendin die boer… lees meer >>

Station

Ik liep door de nieuwe onderdoorgang van het station in mijn stad. Het was de tweede keer. Ik voelde niet meer de enorme opwinding van de eerste keer. Je kunt maar een keer iets voor het eerst zien. Een tweede keer ziet je netvlies geen onbekende onderdoorgang; het herkent de beelden van de eerste keer. Ik verlangde naar de opwinding van die eerste keer. De onderdoorgang is nog niet klaar. De trappen aan de westzijde… lees meer >>

Tante Jo

Ik stond in de keuken van tante Jo. Tante Jo is geen echte tante. Ze hoorde vanaf haar trouwen met oom Piet in 1959 tot de vriendenclub van mijn ouders. Iedereen in die club noemden wij oom en tante; we kregen een hand en een kusje als ze binnenkwamen, we gaven ze een kusje als we naar bed moesten. Oom Piet was al weer twaalf jaar dood. Het was zeker dertig jaar geleden dat ik… lees meer >>